De 4 pijlers

In een rechtsstaat zoals Nederland is een belangrijk uitgangspunt binnen het strafrecht dat een persoon die een straf heeft gekregen, ook een kans krijgt om weer mee te draaien in de maatschappij. De re-integratie is van essentieel belang om eventuele negatieve effecten van een straf (verliezen van school of werk) zo klein mogelijk te maken (Nelissen, 2019). Het jeugdstrafrecht biedt de mogelijkheid om voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar en kwetsbaren verdachten tussen de 18 en 24 jaar, extra aandacht te geven aan ontwikkelingsgerichte taken. Op deze manier wordt de kans op recidive vermindert en de ontwikkeling van de jeugdige gestimuleerd (Janssen, 2016).

Herstelgericht werken gaat uit van dat straffen van de dader niet enige wenselijke afdoening is van criminaliteit (Groenhuijsen, 2010). Voor herstelgericht werken is het van belang om te werken aan herstellen wat verkeerd is gegaan, om op die manier de kans op re-integratie en ontwikkeling te vergroten. Er wordt uitgegaan dat re-integratie uit twee kanten bestaat. Enerzijds dat de persoon die gestraft is verantwoordelijkheid neemt voor hetgeen hij gedaan heeft en dat hij een ander leven na streeft. Anderzijds dient de samenleving ook bereid te zijn om de persoon weer nieuwe kansen te geven en deze weer te accepteren en mee te laten draaien in de samenleving. In de afgelopen decennia is met name de laatste kant onderbelicht geweest (Nelissen, 2019).

De herstelgerichte benadering ziet criminaliteit als een conflict en beoogt de oplossing weer terug te geven aan de betrokken partijen, dader, slachtoffer en samenleving of gemeenschap. Hierbij gaat het om het herstel richting slachtoffer, zelfherstel van de dader, herstel van het netwerk van de dader, en herstel richting gemeenschap.” Nelissen, 2019

Wanneer er aan herstel gewerkt wordt, is het van belang om continu aandacht te hebben voor de vier pijlers van herstelgericht werken. Deze pijlers verkeren namelijk in een constante wisselwerking met elkaar (Claes, 2019).

Het zelfherstel richt zich op het proces om met zichzelf in het reine te komen ten aanzien van het delict en de gevolgen die dit heeft gehad. Stilstaan bij de gevolgen voor zichzelf, het slachtoffer  en anderen om hem heen (direct en indirect)  helpt in een motivatie voor verandering richting een leven zonder crimineel gedrag (Claes, 2019). Daarnaast is het werken aan de opbouw van een succesvol bestaan (door bijvoorbeeld school of werk) ook belangrijk. 

Herstel naar het slachtoffer richt zich op erkennen wat de gevolgen van het gedrag zijn geweest voor het slachtoffer (Claes, 2019). Deze vorm van herstel wordt vaak ingezet middels slachtoffer-dader gesprekken. Herstelgericht werken is meer dan alleen een middel zoals het slachtoffer-dader gesprek (Groenhuijsen, 2010). Het is een onderdeel van een groter geheel. Juist door het middel in wisselwerking te zien met de andere pijlers, kan er aan herstel gewerkt worden.

Herstel naar het netwerk richt zich op het netwerk rondom de dader, de micro-gemeenschap. Door het gedrag van de dader is er bij het netwerk mogelijk vertrouwen weg wat herstelt dient te worden. Om de dader te helpen in zijn ontwikkeling weg van crimineel gedrag, is sociale steun van anderen van essentieel belang. De inzet van conferenties zoals Eigen Kracht, geven de dader de kans steun te zoeken en opnieuw vertrouwen te winnen (Vanfraechem et al, 2013).

Herstel naar de maatschappij gaat om de macro-gemeenschap om de dader heen. Van Hoek en Slump (2011) benoemden dat met name in het strafrecht ook expliciet oog moet zijn voor deze pijler. Door genoegdoening en herstellen, kan het proces van re-integratie verder opgepakt worden. De wederzijdse aanvaarding dat iemand weer mee mag doen in de maatschappij, maakt dat dader weer kan meedraaien in de maatschappij (Claes, 2019).

De vier pijlers staan direct met elkaar in contact. Het is van belang alle vier deze pijlers aandacht te schenken, om zo het succes op herstel zo groot mogelijk te maken en de kans op recidive te verkleinen.

Claes, B. (2019). Transmuraal herstelgericht werken. Tijdschrift voor Herstelrecht (19) 2, 30-46.

Groenhuijsen, M.S. (2010). Herstelrecht in Nederland.  Tijdschrift voor Herstelrecht (10) 4, 53-62.

Hoek, A. van & Slump, G.J. (2011). De toepassing van herstelrecht in Nederland: bouwstenen voor        een toekomstvisie. Amsterdam, Restorative Justice (via www. Restorativejustice.nl)

Janssen, L. (2016). Jeugdrecht Begrepen. Boom Juridisch, Den Haag

Nelissen, P. (2019). Re-integratie van ex-justitiabelen als speerpunt voor een herstelgerichte     reclasseringspraktijk. Tijdschrift voor Herstelrecht (19) 2, 13-29.

Vanfraechem, I., Walgrave, L. & Aertsen, I. (2013). Conferencing: de vraag naar de maatschappelijke    betrokkenheid in het herstelrecht. Tijdschrift voor Herstelrecht (1) 4, 8-12.